Op tafel liggen delen van raadsels. Hieronder zie je het andere gedeelte. Koppel ze bij elkaar en los ze op.

Opdracht:
Los alle raadsels op.

1. ...als je er twee letters aan toevoegt?
   
   
2. 5 koks doen er 5 minuten over om 5 lunches te maken.
   
   
3. Een café verkoopt treetjes bier met 6, 9 of 20 bier erop. Ze verkopen alleen gehele treetjes.
   
   
4. Twee dobbelstenen van 1,5 meter hoog worden op elkaar gestapeld. Je wandelt rond de dobbelstenen.
   
   
5. Alexander is vier keer zo oud als Anna. Over 20 jaar is hij dubbel zo oud als Anna.
   
   
6. 8 mensen maken een lange reis. Op een dag weten ze niet meer welke dat van de week het is.

Wessel: Welke dag is het vandaag?
Oscar: Ik denk niet dat het donderdag, vrijdag of zaterdag is.

Evi: Nou, daar hebben we niet veel aan. Het was gisteren zondag.

Nina: Gisteren was het geen zondag, morgen is het zondag.

Susie: Overmorgen is het zaterdag.

Demy: Eergisteren was het donderdag.

Anna: Morgen is het zaterdag.

Guus: Ik weet dat overmorgen geen vrijdag is.

De bewering van 1 van de personen is waar.